Haan wandel- en bergsportreizen

Alleen waar je te voet was, was je werkelijk

Alpen

Het ontstaan van de Alpen 

Het aardoppervlak is in beweging. Niet alleen vulkaanuitbarstingen, maar ook aardbevingen zorgen voor een continu veranderingsproces. Aardbevingen worden veroorzaakt doordat aardplaten (schollen) langzaam bewegen: naar elkaar toe, van elkaar af, of onder elkaar door. Wanneer aardplaten naar elkaar toe bewegen kunnen onder invloed van de enorme druk nieuwe bergketens gevormd worden. 

De geschiedenis van de Alpen begon zo'n 500 miljoen jaar geleden. In de toenmalige Thetysche zee ontstonden in de loop van vele miljoenen jaren de materialen waaruit de Alpen zijn opgebouwd: onder andere marmer, kalksteen en graniet. De opbouw van het gebergte begon 100 miljoen jaar geleden toen de Afrikaanse aardplaat noordwaards begon te bewegen en daarmee de stabiele aardplaat van Europa en Azië onder druk zette. Onder invloed van deze gigantische persbeweging verhief de zeebodem zich en ontstond een nieuw gebergte. IJstijden en gletsjers zorgden op kleinere schaal voor de vormgeving door hun slijpende invloed op de bergen. 

Het groeiproces is nog steeds gaande. De Alpen vormen naar geologische maatstaven een jong gebergte dat nog in ontwikkeling is: jaarlijks worden de Alpen ongeveer een millimeter hoger. Een jong gebergte is te herkennen aan de hoge ruwe toppen. Erosie en verwering zullen deze toppen uiteindelijk afronden en er zal slijtage ontstaan waardoor het gebergte nog veel later voorgoed zal verdwijnen. De aarde is en blijft in beweging...

Overigens zijn de Alpen als eerste berggebied uitgebreid geologisch onderzocht. Veel geologische termen vinden hun oorsprong dan ook in de Alpen. Ook de naam 'Alpen' wordt wereldwijd vaak gebruikt in de naamgeving van andere bergketens. 

De jonge Alpen 

Bergen zijn altijd in beweging. Ook op dit moment zorgt de natuur ervoor dat de Alpen steeds veranderen. Smeltende sneeuw vormt snelstromende watermassa's waarmee steen en gruis worden afgevoerd en rotsen langzaam worden rondgeslepen.

Je kan ze herkennen aan de hoge, spitse, ruwe toppen die nog niet door weer en wind, ijs en water volkomen zijn afgesleten. Toch zorgen bergbeken ervoor dat door het vervoeren van kleine en grote stenen dat er diepe dalen en ravijnen ontstaan. Uiteindelijk zal door verwering en erosie de toppen van de alpen afgerond worden. Door dit soort veranderingen wordt ervoor gezorgd dat we in de alpen resten kunnen vinden die meegevoerd zijn met rivieren en zeeën. Dit is materiaal dat is afgezet van gebergtes die 300 miljoen jaar geleden zijn gevormd. 

Wat is alpiene plooiing? 

De vorming van de Alpen vindt zijn oorsprong in het schuiven van de continenten Afrika en Europa. Deze continenten die als platen (schollen) op het vloeibare gesteente in de aardmantel drijven schuiven naar elkaar toe. Doordat Italië tegen Europa wordt aangedrukt worden de gesteentes omhoog gedrukt door de tektonische krachten diep in de aarde. Delen aardlagen werden opgeheven en complete lagen plooiden of braken en werden over elkaar heen geschoven als dekbladen. Aan deze overvloed aan plooien, danken de Alpen dan ook de karakterisering van plooiingsgebergte. Deze fase van plooien gebeurde in de geologische tijd het Tertiair. In de periode van 65 miljoen tot 2,5 miljoen jaar geleden.

Welke gesteentes komen er in de Alpen voor? 

Stollingsgesteente 

Door het stollen van vloeibare gesteentemateriaal, zo als graniet en basalt, ontstaat stollingsgesteente. Graniet wat in de Alpen veel voor komt is vele kilometers onder het aardoppervlak ontstaan. De mineralen die in graniet voorkomt is kwarts, veldspaten en lichte of donkere glimmers als mica of biotiet. 

Afzettingsgesteenten 

Afzettingsgesteenten zijn gesteenten die door verschillende processen of dicht op het aardoppervlak afgezet zijn. Voorbeelden zijn de zanden, grinden, kalken, leien en mergels. De gesteentes zijn te herkennen aan hun gelaagdheid. 

Metamorfgesteenten 

Dit zijn gesteentes die door verhoogde temperatuur en soms ook door verhoogde druk een verandering hebben ondergaan in hun structuur en in hun minerale samenstelling. Juist in de Alpen komen deze gesteentes voor, dit komt als gevolg door de druk van de twee continenten. Door de verhoogde druk die een gesteente ondergaat verandert de vorm. Zoals klei wordt schalie en lei, zand wordt zandsteen, kalk wordt kalksteen etc.